
Inhoudsopgave
Van generatie op generatie: Wat we (niet) willen erven van onze moeders
En opeens hoor ik mezelf zeggen: "Net als mijn moeder." Soms met een glimlach. Soms met een lichte schrik. Omdat er vaak een hele erfenis zit tussen de dingen waar we van houden en de dingen die we bewust anders willen doen. Een emotionele, psychologische, culturele erfenis.
Deze tekst is een uitnodiging om na te denken over hoe moederschap, vrouwelijkheid en zelfbeeld van generatie op generatie worden doorgegeven. En over wat we willen behouden, veranderen of liefdevol loslaten.
Wat overblijft: liefde, kracht, toewijding
Velen van ons zijn opgegroeid met vrouwen die het onmogelijke mogelijk hebben gemaakt. Die werkte, opvoedde, verzorgde, organiseerde en liefhad - vaak allemaal tegelijkertijd. Moeders die niet vroegen of ze het nog konden. Ze deden het gewoon. Haar kracht was vanzelfsprekend, haar aanwezigheid soms ook.
In de dieptepsychologie spreken we van ‘impliciete overdrachten’: onbewuste houdingen die we overnemen van onze ouders. De manier waarop we conflicten benaderen. Hoe wij zorg tonen. Hoe we nabijheid toestaan. Dit alles werd gevormd voordat we er bewust een besluit over namen.
Hechtingstheoretici als John Bowlby en Mary Ainsworth hebben aangetoond dat gehechtheidservaringen in de vroege kinderjaren niet alleen de relatie met de moeder bepalen, maar ook al het latere gehechtheidsgedrag beïnvloeden. Degenen die in de vroege kinderjaren werden gezien, gehoord en gereguleerd, kunnen als volwassenen vaak een gezonde nabijheid toestaan - of deze aan anderen geven. Deze emotionele erfenis is waardevol. En het kan doorgegeven worden.
En toch zijn er dingen die aanvoelen als een warme jas: de kleine rituelen, het tussendoortje, de blik die zei: ik geloof in jou. Deze indrukken kunnen blijven bestaan. Misschien niet één op één. Maar in de kern. En ze laten ons zien: het was niet alleen wat onze moeders deden dat ons vormde, maar ook hoe ze dachten, voelden en liefhadden. Wij geven dat ook door.

Afbeelding: Kristina Paukshtite / pexels
Wat we kunnen loslaten: uitputting, zelfopoffering, stilte
Onze moeders – en hun moeders – droegen veel. En veel geheimzinnig. Trauma, structurele ongelijkheid, emotionele verwondingen. In veel gezinnen was het gebruikelijk om de pijn te negeren. Om te functioneren. Om sterk te zijn – wat het ook kost.
Transgenerationele psychologie, onderzocht door experts als Marianne Leuzinger-Bohleber, Sabine Bode en Judith Herman, laat zien dat onderwerpen die niet aan bod komen vaak onbewust worden doorgegeven. Als angst, als schuldgevoel, als vage druk. De socioloog Pierre Bourdieu omschreef dit fenomeen als ‘geïncorporeerde erfenis’: we dragen sociale en emotionele structuren mee in ons lichaam, onze taal, ons gedrag.
Iedereen die zich vandaag de dag zonder reden moe voelt, kan de vermoeidheid van generaties met zich meedragen. Het lichaam herinnert zich zelfs wanneer de geest geen woorden kan vinden. Uit traumaonderzoek (o.a. Bessel van der Kolk) blijkt: Onverwerkte ervaringen worden opgeslagen in het zenuwstelsel – en vaak herhaald in de volgende generaties.
Wij kunnen het patroon doorbreken. Wij kunnen nee zeggen. Om moe te zijn. Stel vragen. En accepteer niet langer zinnen als ‘Zo was het toen’ als rechtvaardiging. Grenzen stellen is geen verraad; het is een nieuwe vorm van liefde.
De rol van moeder in transitie: tussen ideaal en realiteit
Er is veel veranderd in de publieke perceptie. ‘Gehecht ouderschap’ en ‘zelfzorg’, geestelijke gezondheid en feministisch moederschap – dit zijn allemaal nieuwe verhalen die ruimte creëren voor individuele paden. En toch zitten we vaak gevangen tussen twee stoelen: de onvoorwaardelijk gevende moeder van vroeger en het ideaal van de voortdurend reflecterende supermoeder van nu.
Het spanningsveld is groot. Veel moeders verwachten tegenwoordig emotioneel beschikbaar, onderwijskundig bekwaam, professioneel betrokken, fysiek aanwezig en zo kalm mogelijk te zijn. De psychologie spreekt hier over ‘mentale belasting’ – de onzichtbare last die gepaard gaat met de verantwoordelijkheid voor het gezin en het onderhouden van relaties. Sociologen als Gabriele Winker en auteurs als Patricia Cammarata vestigen al jaren de aandacht op het feit dat zorgwerk sociaal zichtbaar en eerlijk verdeeld moet zijn – voorbij een geromantiseerd beeld van de moeder.
Soms ontbreekt het ons aan de toestemming om onvolmaakt te zijn. Ambivalent. Tegenstrijdig. Moeders die huilen, boos zijn, twijfelen – en toch liefhebben. De nieuwe generatie kan zichtbaar maken wat lang verborgen is gebleven. En daar zit kracht in. Omdat er menselijkheid schuilt in ambivalentie. De psychoanalyticus Donald Winnicott sprak over de 'goed genoeg moeder' - niet perfect, maar gevoelig genoeg. Eén die ook kan mislukken.
Wat we onszelf kunnen geven
Uiteindelijk gaat het niet alleen om wat we accepteren of afwijzen. Het gaat om eigen verantwoordelijkheid. Om bewust te herkennen: wat is van mij? Wat is er geleerd? Wat kan genezen?
In de systemische therapie wordt vaak gezegd: 'Degenen die hun oorsprong begrijpen, kunnen hun eigen leven leiden.' Misschien is het de liefdevolle blik op je eigen moeder – niet idealiserend, niet beschuldigend, maar begripvol. Of het is het moment waarop we tegen ons innerlijke kind zeggen: jij kunt het ook anders doen.
Of het is het gesprek dat we vandaag voeren: eerlijk, kwetsbaar, verbonden. Omdat het grootste geschenk dat we kunnen geven niet perfectie is. Maar bewustzijn. En mededogen.
Wat we van onze moeders erven is geen vaststaand plan. Het is een scala aan mogelijkheden. En wij kunnen kiezen. Wat we doorgeven begint niet pas bij het volgende kind. Het begint met naar onszelf kijken.
Laat een reactie achter
Deze site wordt beschermd door hCaptcha en het privacybeleid en de servicevoorwaarden van hCaptcha zijn van toepassing.